Persbericht: Residu-onderzoek op tuinplanten bevestigt de noodzaak om stappen te blijven zetten richting verduurzaming in de sierteelt

De inzet van de tuinbranche om residuen van gewasbeschermingsmiddelen op tuinplanten te verminderen blijkt onverminderd noodzakelijk. Het blijft nodig om frequent de afspraken met toeleveranciers tegen het licht te houden, zoals de branche al doet met haar Ambitie gewasbescherming in de sierteelt. Dit stelt Tuinbranche Nederland na analyse van een onderzoeksrapport van PAN NL.

In het gisteren gepubliceerde rapport ‘Tuinplanten – 2024’ stelt PAN NL dat in een selecte steekproef van tuinplanten te veel residu is aangetroffen en bij enkele planten ook verboden middelen. Nadere analyse van het rapport door de tuinbranche en nadere beoordeling door externe deskundigen geven een genuanceerder beeld.

Bovenwettelijke eisen

In Ambitie 5.0 Gewasbescherming in de Sierteelt stelt de tuinbranche bovenwettelijke eisen aan het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, zoals een grens van maximaal 10 residuen (met een detectiewaarde van 0,05 mg per kg) per plant en stappen om de meest schadelijke middelen bovenwettelijk uit te faseren*. De ambitie, waarvan versie 5.0 begin 2024 is ondertekend, is in samenwerking met tuinretailers, handelspartijen, CLM en Natuur & Milieu uitgewerkt en vastgesteld . CLM en Natuur & Milieu voeren jaarlijks met een (grote) steekproef onderzoek uit naar het effect van het brancheplan. Het onderzoek van 2023 geeft weer dat voortgang wordt geboekt. Daarbij werd ook geconcludeerd dat er nog werk te doen is op verschillende vlakken om de ambitie beter na te leven en met die verbeterpunten zijn we in het kader van de ambitie aan de slag. Het rapport van PAN bevestigt dit beeld en de noodzaak om doorlopend stappen te blijven zetten.

Contact met kwekers

Mede dankzij het brancheplan zijn leveranciers van tuinplanten snel te achterhalen. De bij het PAN NL-onderzoek betrokken retailers waarbij planten met illegale middelen zijn aangetroffen, hebben inmiddels contact gehad met hun kwekers. Die deelden registraties van hun middelengebruik en verklaarden de aangetroffen middelen zonder toelating niet te hebben gebruikt. Was dat wel zo geweest, dan waren de residuniveaus hoger (boven een detectiewaarde van 0,05 mg per kg) dan de waardes die uit de analyses van PAN NL naar voren zijn gekomen (tussen 0,01 en 0,03 mg per kg). Volgens de externe deskundigen is het zeer aannemelijk dat het residu door andere oorzaken dan toepassing op de plant terecht zijn gekomen bij een dergelijk lage waarde. Ondanks dat de middelen niet door de kweker  zijn toegepast, is het wel kwalijk dat residuen van niet toegelaten middelen, ook al is het in zeer lage concentraties, aangetroffen worden. Het is daarom van belang dat de branche ook verder in de keten terug kijkt naar de herkomst, zodat hierin meer transparantie komt en dit kan worden voorkomen.

Aanbevelingen

PAN NL doet in haar rapport een aantal aanbevelingen. Deze zal Tuinbranche Nederland betrekken bij de uitvoering van en een volgende aanpassing van de ambitie.
 


* Het aantal gevonden residuen zegt niet iets over hoe duurzaam een product is geteeld. Soms is het beter meerdere middelen met een lage milieu-impact in te zetten dan één zwaar middel.

Delen
vrijdag, 17 mei 2024
Delen