Op weg naar een duurzamere sierteelt: beperken van meest schadelijke middelen gaat steeds beter

Het aantal ambitieovertredingen is dit jaar weer gedaald. Dit betekent dat retailers steeds meer planten inkopen met gewasbescherming met minder milieu-impact en kwekers zich beter aan de afspraken houden om gewasbeschermingsmiddelengebruik te reduceren, zo schrijft Natuur en Milieu. Hiermee zet de trend van de afgelopen drie jaar zich verder door.

Sinds 2015 werken tuinretailers, handelspartijen, Plantion, CLM, Natuur & Milieu en Tuinbranche Nederland samen aan de verduurzaming van het groenaanbod in de tuincentra. Als onderdeel van de Ambitie 5.0 Gewasbescherming in de sierteelt laat Tuinbranche Nederland jaarlijks door CLM en Natuur & Milieu een residumeting uitvoeren en analyseren om te testen of middelen niet meer gebruikt worden en de afgesproken stappen daadwerkelijk worden gezet.

In dit onderzoek zijn 90 planten getest afkomstig van acht verschillende tuincentra. De planten zijn onderverdeeld in vier zogeheten herhaalsoorten en twee surprisesoorten die elk jaar wisselen. De herhaalsoorten zijn de anjer, klokjesbloem, lavendel en rododendron. De surprisesoorten waren dit jaar perkgoed, zoals petunia, en niet-biologische kruiden in pot, zoals peterselie, bieslook en basilicum. De planten zijn getest op 750 verschillende stoffen.

Belangrijkste resultaten

Op de 90 planten zijn in totaal 44 verschillende residuen van gewasbescherming gevonden, een daling ten opzichte van vorige jaar. Van die 44 aangetroffen stoffen, zijn zeven van de tien meest gevonden residuen fungiciden om schimmelziektes te bestrijden. Het natte weer van de afgelopen twee jaar heeft hier hoogstwaarschijnlijk een rol in gespeeld. Twee van de tien meest gevonden residuen zijn insecticiden, waarvan één de vaakst aangetroffen is van alle stoffen. 

Het gemiddelde aantal residuen dat werd aangetroffen per plant is gelijk gebleven. 21% van de planten was geheel vrij van residuen. Op lavendel wordt gemiddeld het hoogste aantal residuen per plant aangetroffen (4), terwijl dit het laagst is bij kruiden in pot (0,3). In die laatstgenoemde categorie waren 82% van de planten vrij van residuen.

Dit jaar werden bij vier van de 90 planten ambitieovertredingen geconstateerd. Dit betekent dat het aantal ambitieovertredingen naar 4% is gedaald, in vergelijking met de 6% van vorig jaar. De meeste overtredingen waren te wijten aan rododendronplanten, namelijk twee, de andere twee werden gevonden bij een lavendel en een anjer.

Op drie planten zijn illegale stoffen aangetroffen. Alle drie de planten zijn van buiten Nederland afkomstig. Bij twee van die overtredingen is het sanctiekader ingezet, wat het regulerende vermogen van de sector laat zien. Bij de andere overtreding bleek, na onderzoek, het om drift in recirculatiewater te gaan, waardoor het sanctiekader niet is ingezet. De sector en kwekers hebben dus baat bij transparantie.

Verbeteringen en oplossingen

Het blijft voor de branche belangrijk om duidelijke communicatie te faciliteren om zo de ambitie effectiever te communiceren naar (buitenlandse) kwekers. Dit kan onder andere door ondertekening van de ambitie te vergemakkelijken met het gebruik van Certifeye.

In de komende twee jaar worden een aantal veelgebruikte stoffen uitgefaseerd. Om dit mogelijk te maken, is het belangrijk dat we ons richten op samenwerking en kennisdeling met kwekers. Hierbij is het van belang om de feedback van Nederlandse en buitenlandse kwekers acht te nemen, want deze transitie gaan we als hele keten aan. Eind 2024 zijn we samengekomen met lavendelkwekers om knelpunten op het gebied van verduurzaming in gewasbeschermingsmiddelen inzichtelijk te krijgen. Daarnaast zetten we als branche met de ondertekenaars, kwekers en ondersteuners van de ambitie in op verdere verduurzaming van het groen assortiment met werkgroepen op perkgoed en ‘chemie-vrij’ om in kaart te brengen welke stappen en keuzes nodig zijn.

Verdere verduurzaming

Voor verdere verduurzaming moeten we als retailers ook toleranter worden richting ‘schade’ en beestjes op planten, en moet de consument hier ook in meegenomen worden. In een pilot met Addenda en Intratuin over nuttige beestjes op campanula’s bleek dat de consument hier open voor staat wanneer er effectief over gecommuniceerd wordt. Daarnaast is Tuinbranche Nederland aangesloten bij platforms die ketenpartijen bij elkaar brengt om acceptatie van schade en beestjes onder consumenten te vergroten. Tuincentra kunnen tot slot ook consumenten informeren over groene keuzes met campagnes, zoals de Vrolijke Tuinhulpjes en via de Groen Klimaatpleinen.

De komende jaren blijft Tuinbranche Nederland samen met en voor haar leden werken aan een verdere verduurzaming van de keten. Op het gebied van groen, gewasbescherming, aarde en ook het niet-levend assortiment. Omdat de consument dat van ons vraagt, nu en in de toekomst, maar vooral omdat we zelf als sector vinden dat we zo verantwoord mogelijke producten willen aanbieden.

Delen
donderdag, 12 december 2024
Delen