Het is dan ook belangrijk het mediterrane miertje te leren herkennen en bestrijden. Bioloog Jinze Noordijk, verbonden aan EIS Kenniscentrum Insecten, en Jodi La Rose van Tuinbranche Nederland vertellen er meer over.
Ze werden ruim 10 jaar geleden voor het eerst gespot in Nederland, toevallig in de straat naast onderzoeker Jinze Noordijk, en even later werd een grote kolonie ontdekt in een tuincentrum. Onderzoek wees uit dat de mediterrane draaigatjes vaak ons land in komen via olijfbomen en andere planten uit het Middellandse Zeegebied. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gaf Tuinbranche Nederland de opdracht om informatie te verstrekken aan tuincentra. Dit wordt gedaan middels de nieuwsbrief, website en winkelbezoeken. Sinds anderhalf jaar worden ook gratis determinaties aangeboden.
Duizenden koninginnen
Draaigatjes gedragen zich anders dan andere mieren. Noordijk: ‘Vergelijk ze met wegmieren die één koningin hebben. Als in jouw tuin een andere wegmierkoningin een kolonie zou willen beginnen, dan wordt zij weggepest door de bestaande kolonie en wordt er gevochten om hetzelfde voedsel. Op die manier houden de wegmieren elkaar in lage dichtheden.’
‘Het draaigatje werkt anders. Elke prinses die door een koningin wordt geproduceerd voor de bruidsvlucht, blijft leven in de bestaande kolonie in plaats van er zelf één te starten. Die kolonie heeft dus uiteindelijk wel duizenden koninginnen – die ieder samenwerkende werksters voortbrengen. Allemaal hebben ze ruimte en voedsel nodig, dus als je midden in zo’n superkolonie woont, komen er draaigatjes uit elk gaatje en kiertje zetten. Uit je stopcontact, de poepluier van je baby en uiteraard de gft-bak. De enorme nesten verspreiden zich als een olievlek.’
Terug naar de bron
‘Voorkomen is beter dan genezen. Daarom pakken we dit probleem het liefst zo vroeg mogelijk in de keten aan. Als een Spaanse olijfboomleverancier snapt dat hij 1.000 liter grond niet naar Nederland kan vervoeren zonder te kijken naar ziekten en plagen, kan de eind gebruiker zorgeloos een olijfboom of oleander in zijn tuin planten’, vertelt Noordijk.
Jodi La Rose sluit daarbij aan, door toe te lichten dat Tuinbranche Nederland via de tuincentra wil uitkomen bij de importeurs, vervoerders en exporteurs. ‘Inkopers van tuincentra kunnen de kennis doorspelen naar de bron, door te zeggen ‘Als wij van jullie afnemen, willen we wel dat jullie hierop letten, omdat we anders een probleem importeren’. Tuincentra en hun inkopers zijn een belangrijke schakel waar via we de informatie verder terug de keten in krijgen. Hoe vroeger het probleem in de keten wordt herkend, hoe makkelijker de bestrijding.’
Klimaat en beleid
De oorzaak van dit alles is toch ook weer de klimaatverandering. Noordijk: ‘Sinds tien tot vijftien jaar hoef je je olijfboom ’s winters niet meer in te pakken. Mediterrane planten zijn nu ongekend populair en tegenwoordig zelfs bij de supermarkt of het tankstation te koop. Helaas wordt er vaak eerst massaal geïmporteerd en daarna pas de vraag gesteld: is dit wel handig? Onderzoek en beleid lopen altijd achter de hypes aan. Wat de branche zou kunnen doen, is bij een nieuwe kans die ze zien, eerst bedenken hoe ze die gaan aanpakken in plaats van ’m zo snel mogelijk in de markt zetten. Risico’s inschatten is natuurlijk niet alleen de verantwoordelijkheid van de branche, ook van het beleid. Er is al een risicobeoordeling exotische mieren naar de minister gestuurd, dus de overheid zou op een gegeven moment wel kunnen zeggen dat planten niet meer zonder ontsmetten vanuit Spanje mogen worden geïmporteerd, maar het is uiteraard de vraag hoelang dat duurt.’
Wat kun je doen als tuincentrumondernemer?
Wees je bewust van de mieren die je tegenkomt in het tuincentrum. Identificatie is de eerste stap om te bepalen of het gaat om invasieve soorten en of er dus actie moet worden ondernomen. Omdat het determineren van de verschillende miersoorten lastig is, kun je een specialist van EIS Kenniscentrum Insecten laten langskomen, of minstens tien mieren opsturen naar EIS Kenniscentrum Insecten t.a.v. Jinze Noordijk, p.a. Naturalis Biodiversity Center, Postbus 9517, 2300 RA Leiden. Vouw de mieren in een keukenpapiertje en stop dat een nacht in de vriezer, om de volgende dag in een stevig potje of doosje te verzenden.
Waarom zijn de mieren in hun land van herkomst geen probleem?
Elke diersoort is op een bepaalde plek geëvolueerd samen met andere soorten, waaronder ziektes en concurrenten. In een gezond ecosysteem is alles in balans. Waar het mediterraan draaigatje in het Middellandse Zeegebied kan doodgaan aan een bepaalde schimmel of als broed kan worden opgegeten door een specifieke kever, hoeft het daar in Nederland niet voor te vrezen. De natuurlijke vijanden blijven achter in het land van origine. Bovendien nemen de mieren die hier arriveren maar een beperkte DNA-set met zich mee. In Spanje vliegen de mannetjes bijvoorbeeld wel naar een andere kolonie om voor variatie te zorgen, maar hier zijn alle nakomelingen van één koningin. Zo krijg je een superkolonie, bestaande uit dezelfde mieren die sterk met elkaar samenwerken – een genetische bottleneck.
Dit artikel verscheen eerder in TuinZaken - editie maart 2024.